“ Vanwege het 20 jarig bestaan van waarneming.nl werd mij als 'grootverbruiker' gevraagd een interview te doen: zie https://nos.nl/regio/friesland/artikel/552221-al-20-jaar-vogels-melden-online-de-kast-toetsenist-kees-bode-doet-fanatiek-mee ”
Datum: 07 augustusus 2014
Het blijft leuk om te kijken naar filmpjes waarin alles misgaat. Dat is de kracht van die funniest homevideo’s. Toevallig stond iemand te filmen op het moment dat de kat van de tv valt, of dat je zoontje van vier zijn eerste fietsles beëindigd in de heg van de buren. Het wordt alleen maar leuker als het thema binnen jouw vakgebied valt. Zo vind ik het uitermate amusant om een zanger heel stoer van het podium af te zien duiken, om vervolgens zijn stagedive act te zien eindigen met zijn neus op de vloer, omdat niemand in het publiek hem opving.
Na 25 jaar optreden heb ik natuurlijk veel van dit soort miskleunen van nabij mogen aanschouwen. Diverse keren schreef ik er een stukje voor het fanclubblad van De Kast over onze missers.
Uit de tijd dat we nog als coverband op pad waren vertelde ik de volgende anekdote: Midden in een geweldige Bono-imitatie in een klein kroegje in Noord-Holland stak zanger Syb enthousiast zijn microfoon de lucht in, waarna het apparaat in de driftig ronddraaiende ventilator terecht kwam en met een rotgang de zaal in geslingerd werd.
Als Syb de tekst van een liedje kwijt was richtte hij de microfoon altijd de zaal in om het publiek verder te laten zingen. In de vertolking van Led Zeppelins Stairway to Heaven was hij de draad al vrij gauw kwijt en heeft toen ruim vijf minuten met het zangapparaat naar de zaal staan wijzen.
De eerste drummer van De Kast, Dikkie Visser, had de gewoonte om zijn drumsolo te beëindigen, door op zijn drumkruk te gaan staan en er dan af te springen voor de laatste slag. Dat moest een keer misgaan en zo gebeurde toen de laatste slag er op een dag niet meer kwam, omdat Dikkie achterover van het podium donderde en uit het zicht verdween.
Midden in de Bryan Adams klassieker Run To You zit een prachtige tweestemmige gitaarsolo. Maar op het moment suprême zat één van de gitaristen (Peter of Syb) er een vakje naast. Het eindresultaat was zo vals dat ik drie nummers lang niet fatsoenlijk heb kunnen spelen van het lachen.
Van bassist Sytse herinner ik mij dat hij eens bij aanvang van een optreden, in het donker opkwam, onderuit ging, maar toch nog, bedolven onder de snoeren en een gitaarstandaard, op tijd de juiste basnoot wist te vinden. Jammer dat zijn versterker nog niet aanstond!
Drummer nummer twee, Nico, had altijd de gevaarlijke gewoonte om aan het einde van een show, zijn drumstokken met een rotvaart de zaal in te slingeren. Ook dat moest een keer misgaan. Op een avond gooide hij één van zijn stokken door de brillenglazen van een vrouw in het publiek.
Natuurlijk kom ik zelf ook niet ongeschonden uit de strijd. In onze covertijd speelden we Unchain My Heart van Joe Cocker in een andere toonsoort dan de originele. Dat kan voor toetsenisten erg vervelend uitpakken. Een gitarist schuift gewoon een vakje door met zijn hand of zet een capo op zijn gitaar, maar een toetsenman moet gelijk heel andere liggingen spelen. De dominante pianopartij liep voor geen meter meer in de nieuwe toonsoort, dus ik besloot mijn piano te transponeren. Op alle elektronische toetsenborden zit een zogenaamde transpose knop die het hele apparaat in een andere stemming zet. Zo kon ik dus in de originele liggingen blijven spelen, terwijl je de nieuwe toonsoort hoorde.
Maar ja, dan moet je niet vergeten om bij het volgende liedje de transpose functie weer uit te zetten. De eerste maten van Toto’s Hold The Line waren dan ook niet om aan te horen.
Zo lang als De Kast bestaat, maak ik de programma’s. Dat ging altijd goed. Tot dat ene optreden kwam waarbij het gruwelijk mis ging. Per ongelijk waren de programma’s van die avond en die van een week eerder, waarvan ik nog een restant had, door elkaar gekomen. De ene helft van de band had dus een andere setlist voor z’n neus dan de andere. Na een aantal nummers stonden we op het podium, de programma’s in de handen, minutenlang met elkaar te overleggen voordat we doorhadden wat er mis ging.
Niet alle gebeurtenissen waren om met plezier aan terug te denken.
Zo speelden we rond 1995, toen we net wat bekendheid kregen met onze single Een Teken Van Leven, in het voorprogramma van The Golden Earring. We werden als een schoolbandje behandeld door de crew van de hoofdact. We mochten pas na uren het podium op en toen hadden ze de stroom eraf gehaald. Die werd er pas weer opgezet toen de heren uitgegeten waren. Ondertussen stond het publiek al op de ramen te bonken om naar binnen te mogen.
De volgende dag stond er een stuk in de krant waarin wij overal de schuld van kregen. Bovendien hadden we, volgens de organisatie, een paar flessen cola uit de kleedkamer mee gejat. En dat terwijl The Earring er om bekend stond flessen whiskey voor thuis in hun rider te zetten. Pfff, we lusten geeneens cola.
Een ander vervelend voorval in die periode was dat bij een optreden in de buurt van Dokkum, Syb z’n microfoon onder stroom kwam te staan. Hij kreeg een schok, kon het ding niet meer loslaten en is toen van het podium gedoken alsof het een duikplank betrof. Door de val op de vloer vloog gelukkig de microfoon uit zijn handen.
Ook beslist geen leuke gebeurtenis was de heisa rond een optreden van ons op het Veenhoop festival. Onze roadmanager had voor de show een aantal bejaarde mensen verzocht van het podium af te gaan, vanwege de drukte en de veiligheid. De volgende dag was in de krant te lezen dat De Kast niet meer welkom was op de Veenhoop. Eén van de bejaarden bleek de organisator van het festival te zijn geweest, die een aantal vrienden aan het rondleiden was.
De man had zich niet bekend gemaakt, maar zijn conclusies getrokken. Die week hebben we het misverstand, onder grote media belangstelling, met de desbetreffende man uitgepraat, maar voor het Veenhoop festival zijn we nooit meer gevraagd. Het optreden in een enorme feesttent in Echtenerbrug werd ruw verstoord door een windhoos. Gelukkig kwam de hoos ver voor aanvang van de show voorbij, zodat er nog niet al te veel publiek aanwezig was. Van de band was ik als enige al ter plaatse. De pakweg dertig meisjes die al voor het podium stonden, werden gelukkig weer naar buiten geloodst, omdat ze te vroeg waren. Net toen ik mijn toetsen wat stond te testen, zag ik de lange kant van de tent omhoog komen. Aanvankelijk dacht ik dat er een vrachtwagen aan de buitenkant tegen de tent op reed, maar de vloer bleef omhoog komen. Langzaam begonnen de dikke aluminium palen te kraken en te buigen. Op een gegeven moment heb je dan dan wel door dat het foute boel is. Iedereen in de tent maakte zich uit de voeten. Ik sprintte naar een opening en nam een duik. Vlak achter mij donderde de tent in elkaar. Toen ik opkeek bleek ik naast een bus te liggen die gevaarlijk begon te wankelen. Ik krabbelde weer op en nam nog een duik. Toen ik omkeek aanschouwde ik een scene uit een film. Het regende pijpenstelen op de verwoeste feesttent. Overal waren mensen aan het schreeuwen. Er lagen er nog een paar onder de tent. Het was inmiddels helemaal donker en in een oogwenk stond het vol ambulances en politie. Het was een puinhoop en toch was er één beeld van ongelofelijke schoonheid. Nooit zal ik de aanblik vergeten van mijn toetsenborden, die op het podium overal boven uitstaken. Schijnbaar ongeschonden, maar in de stromende regen, af en toe verlicht door het zwaailicht van de ziekenauto.
Zo kan ik natuurlijk nog tijden doorgaan na 25 jaar rock ’n rol. Als ik nog wat vermeldenswaardige gebeurtenissen herinner, zal ik deze blog udaten of een nieuwe maken.